Osaka Rule ongeldig, maar ongelijkheid blijft bestaan
Op 27 juni besliste het Uitvoerend Comité van het IOC dat elke sporter die veroordeeld werd tot een schorsing van meer dan 6 maanden wegens het overtreden van de dopingreglementering, niet zou toegelaten worden voor deelname aan de eerstvolgende Olympische Spelen. Deze regel, opgenomen als Rule 45 van het Olympic Charter, maar beter bekend als de Osaka Rule naar de plaats waar de beslissing werd genomen, en van toepassing op alle dopingovertredingen begaan na 1 juli 2008, werd op 4 oktober jl. door het Internationaal Sporttribunaal CAS-TAS als strijdig met de WADA-code geacht en derhalve niet toepasbaar verklaard.
Naar het oordeel van het Sporttribunaal werd al enige tijd reikhalzend uitgekeken. Tot de bekendste sporters die het slachtoffer dreigden te worden van deze regel, behoren de Italiaanse wielrenner Allessandro Petacchi, de Amerikaanse wereld- en Olympisch kampioen op de 400-meter Merritt LaShawn en, dichter bij huis, de Nederlander Yuri – Lord of the Rings- Van Gelder. Het was uiteindelijk Merritt die de kat de bel aan bond. Merritt werd in 2010 voor een periode van 21 maanden geschorst nadat in zijn lichaam de verboden substantie DHEA was aangetroffen. Zijn schorsing zou op 27 juli 2011 definitief aflopen, doch de Osaka Rule verhinderde Merritt om deel te nemen aan de Spelen te Londen in 2012. Een Amerikaanse rechtbank verplichtte het USOC echter om Merritt toch op te nemen in de selectie voor de Spelen te Londen indien Merritt zich met succes zou weten te kwalificeren op de trials. Het USOC bevond zich dus in een patstelling : Merritt weigeren zou haar bloot stellen aan een hoge schadeclaim, Merritt selecteren zou op verzet van het IOC botsen. In april 2011 besloten het USOC en het IOC de vraag naar de juridische geldigheid van de Osaka Rule aan het CAS-TAS voor te leggen. Opmerkelijk, het Sporttribunaal had het IOC in 2009 al positief geadviseerd omtrent de geldigheid van de nieuwe Rule 45.
De tegenover elkaar staande juridische standpunten kunnen als volgt worden samengevat. Volgens het USOC moet de Osaka Rule beschouwd worden als een bijkomende sanctie (sanction) en niet als een loutere toelatingsregel (eligibility rule). De regel is ongeldig daar zij ondermeer in strijd is met de WADA-code, het proportionaliteitsprincipe en het ne bis in idem-beginsel. Bovendien zou de regel volgens het USOC een discriminerend effect hebben. Sporters die in aanmerking komen voor deelname aan de Olympische Spelen zouden strenger gestraft worden dan zij die het Olympische niveau niet halen. Het IOC daarentegen was van oordeel dat de Osaka Rule geen sanctie was, maar een toelatingsvoorwaarde en om die reden niet strijdig kon zijn met de bepalingen uit de WADA-code of andere wettelijke normen. Gelet op het belang van een dopingvrije sport, vond het IOC de regel ook geenszins buitenproportioneel. Het IOC verwees ook naar de advisory opinion van het CAS-TAS waarin Rule 45 als een toelatingsvoorwaarde werd bestempeld.
Het Arbitragepanel boog zich eerst over de vraag of de uitsluitingsregel als een sanctie dan wel als een toelatingsvoorwaarde moet beschouwd worden. Met verwijzing naar eerdere sententies van het CAS-TAS en na analyse van de WADA-code, meer bepaald van artikel 10 dat uitdrukkelijk bepaalt dat ineligibility (uitsluiting) een sanctie is, kwam het Panel tot de conclusie dat Rule 45 wel degelijk als een sanctie moet beschouwd worden. Het Panel benadrukte nog dat de Olympische Spelen voor elke atleet het hoogste doel zijn, en een weigering tot deelname dan ook terecht als een bijkomende sanctie zou worden ervaren. Vervolgens boog het Panel zich over de vraag of deze bijkomende sanctie in overeenstemming was met de WADA-code die bindend is voor alle ondertekenaars, waaronder het IOC. Artikel 23.2.2 van de WADA-code verbiedt de sportfederaties bijkomende bepalingen in te voeren die een impact kunnen hebben op de schorsingsperiodes die in artikel 10 van de Code staan opgesomd. In aansluiting op haar argumentatie omtrent het punitief karakter van de nieuwe regel, oordeelde het Panel dat Rule 45 ontegensprekelijk een invloed heeft op de duur van de schorsing en daardoor in strijd is met de bepalingen van de WADA-code. Het Panel voegde er in haar beslissing aan toe dat zij niet van oordeel is dat de zogenaamde Osaka Rule per se right or wrong is, maar dat het IOC, indien zij een dergelijke regel wil invoeren, een amendement op de WADA-code kan indienen, die dan door alle betrokken partijen kan besproken worden alvorens het ook daadwerkelijk wordt opgenomen en uitvoering krijgt.
Vanuit juridisch standpunt valt tegen de beslissing van het CAS-TAS weinig in te brengen. Ook de andere argumenten die niet behandeld werden, als daar zijn de schending van het proportionaliteitsbeginsel of het ne bis in idem-beginsel waren zeker niet kansloos geweest. Het is daarom des te betreurenswaardig dat bepaalde nationale sportfederaties zoals de Italiaanse Wielerbond en het Brits Olympisch Comité via persberichten al hebben laten weten dat zij zich niet zullen conformeren aan de uitspraak van het CAS-TAS. De broertjes Borlée krijgen er dus een geduchte tegenstander bij, terwijl de Speer van La Spezia nog een heel eind heeft af te leggen, wil hij met het shirt van de azzurro de eindmeet in Londen halen. Een ongelijkheid waar het IOC, als sportieve verliezer, nauwgezet moet tegen optreden.
Een vraag?
Hebt u een vraag over het onderwerp van dit artikel. Aarzel dan zeker niet om contact met ons op te nemen.